Beschrijving
Astrid Nijgh (meisjesnaam De Backer) volgde vanaf haar dertiende een zangopleiding bij de bekende zangpedagoge Bep Ogterop. In folkclub de Waag in Haarlem ontmoette zij Lennaert Nijgh, met wie zij trouwde. Toen Boudewijn de Groot en Lennaert uit elkaar groeiden, ging Astrid muziek schrijven bij de teksten van Lennaert. Veel artiesten vertolkten nummers van het echtpaar Nijgh, onder wie Rob de Nijs, Adèle Bloemendaal, Gerard Cox, Leen Jongewaard en Jenny Arean. Zelf nam Astrid begin jaren 70 onder de naam Astrid een Engelstalige single op: Do it / Buildings. Na twee en half jaar huwelijk ging het echtpaar uit elkaar, maar zij bleven samen songs schrijven.
Nijgh Astrid In 1973 bracht Astrid Nijgh zelf het nummer Ik doe wat ik doe op single uit. Vanwege duidelijke verwijzingen naar de prostitutie wekte dit nummer veel commotie. Het nummer bereikte de zesde plaats in de Nederlandse Top 40. Haar zangcarrière nam vanaf dat moment een hoge vlucht en ze bracht een album uit (Mensen zijn je beste vrienden). Er volgden nog drie hitnoteringen. In 1979 nam Astrid, weer in samenwerking met Lennaert, het album ‘De Razende Bol’ op. Hier staan klassieke zeemansliederen op, waarvan de teksten door Lennaert bewerkt werden. Ze werd op dit album begeleid door Crackerhash.
Ondertussen was Astrid Nijgh, hoewel ze lesbisch was, in september 1977 getrouwd met de homoseksuele Ad van Besouw, uitbater van het Amsterdamse homocafé Amstel Taveerne – het was dan ook letterlijk een “show-huwelijk”, dat in de media breed werd uitgemeten.[1] [2] Nijgh schreef in datzelfde jaar het nummer In de Amstel Taveerne, dat door Manfred Langer gezongen en als single uitgebracht werd.
Nijgh Astrid Voor haar vierde album Zelfportret uit 1980 schreef Astrid Nijgh bijna al haar teksten zelf. Ze speelde ook een rol in de film Lieve jongens, naar het boek van Gerard Reve. In 1984 nam ze nog twee keer een Source Wikipedia
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.