Beschrijving
Gerard Cox is een geboren en getogen Rotterdammer die begon als onderwijzer. Als vertolker van luisterliedjes in de stijl van Jaap Fischer verwierf Cox rond 1960 enige bekendheid in Nederland en Vlaanderen. Hij maakte toen ook al zijn eerste grammofoonplaatopnamen, zoals Jacqueline. In 1962 werd hij afgewezen bij de toneelschool, maar speelde wel een kleine rol in het toneelstuk Blijde verwachting van het gezelschap Lily Bouwmeester. Later in de jaren 60 stond hij als cabaretier op de planken met voorstellingen als Van de prins geen kwaad (1963), Moeilijk doen (1964) en Welvraat (1966).
In 1966 sloot Cox zich aan bij Lurelei, waar hij met Eric Herfst, Jasperina de Jong, Rogier van Otterloo en Marjan Berk speelde. Op 28 oktober 1966 kreeg hij een proces-verbaal wegens “opzettelijke belediging de Koning of de Koningin aangedaan”, in zijn liedje Arme ouwe. Ook in 1968 leverde Cox controversiële liedjes, waarvan God is niet dood voor de VPRO aanleiding bleek een uitzending van het programma Geef ‘m de ruimte af te gelasten. Later dat jaar ging Cox samenwerken met Frans Halsema, in de NV SPOT. Samen met Adèle Bloemendaal gingen ze op tournee met het programma Met blijdschap geven wij kennis. Conny Stuart zou een jaar later de rol van Bloemendaal overnemen. Zijn eerste rol op televisie was in 1967 in de televisiefilm Luister naar dit leven als zanger.
Vanaf 1970 werkte Cox met onder anderen Gregor Frenkel Frank, Luc Lutz en Frits Lambrechts in het KRO radioprogramma Cursief. Cox’ conference Polleke, over een gedrogeerde Vlaamse wielrenner, behoort inmiddels tot de klassiekers.
Hij zong het liedje Ajax is dood…! naar aanleiding van Feyenoords overwinning in de Europacup van 1970. Hij had later spijt van zijn lied. Hij noemde het een “jeugdzonde” en zei “Ik trapte daar veel mensen mee op het hart.” Daarbij werd het voor hem de eerste tijd moeilijk om nog …Gerard Cox Bron Wikipedia
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.